Gezond eten, wat is dit nu eigenlijk precies. Wanneer eet ik gezond? Is dat omdat ik zoveel mogelijk biologisch probeer te eten of omdat ik let op wat ik eet? Helaas is het niet zo dat alles wat je biologisch eet ook echt gezonder voor je is. Als je voor biologisch kiest krijg je wel veel minder of geen pesticiden binnen die de functies van je cellen in je lichaam niet kunnen verstoren. Echter is het niet zo dat ik in een biologische supermarkt blind alles in mijn winkelwagen kan stoppen, ik lees nog steeds etiketten!
Maar wanneer eet ik gezond? De definitie van gezond eten betekent voor mij:
het eten van:
- onbewerkte producten, oftewel pure producten zoals 100% rundvlees (grasgevoerd). Ik laat bijvoorbeeld voorverpakte hamburgers en worst staan omdat hier bijna altijd smaakversterkers, suiker en granen aan toegevoegd zijn. Als je zelf rundvlees maalt en deze zelf kruid naar smaak kan je ook een hamburger maken. Dit is wel meer werk maar smaakt echt veel lekkerder.
- antibiotica vrij, dit kan alleen als je voor bio vlees, kip en vis kiest. Veel kweekvis bevat helaas ook antibiotica. We kennen inmiddels allemaal wel de gevolgen van teveel antibiotica gebruik.
- onbewerkte en gefermenteerde groenten en rauwkost. Door gefermenteerde (gecontroleerde rotting) groenten te eten krijgt je probiotica binnen. Rauwkost met probiotica ondersteund je immuunsysteem. Je darmen worden op een positieve manier gevoed waardoor je meer energie krijgt en je virussen beter aankan. Als je rauwkost voor je eten eet, ondersteun je hiermee je spijsverteringsenzymen deze helpen je bijvoorbeeld vlees beter te verteren.
- minder rood vlees. Door minder vlees te eten kan ik voor meer vette vis op het menu kiezen. Zo krijg ik voldoende vitamine D binnen en kan ik ook vegetarische dagen inplannen.
- ‘schone producten’: als ik op een etiket ingrediënten lees die ik niet kan vertalen naar een normale grondstof en het een vreemde naam heeft, laat ik het product staan. Hoe lekker ik dit product ook vind. Ik ga thuis zelf aan de slag om dit product dan na te maken. Zo weet ik zelf wat erin zit.
- tarwe, witte meel, witte rijstmeel, tapioca, aardappel, maïs en gist: laat ik achterwege. Het verhoogt de suikerspiegel waardoor je lichaam onnodig insuline gaat aanmaken, waardoor je aankomt en je lichaam de hele tijd trek krijgt in zoet.
- bouillon: bouillonblokjes laat ik staan, deze kunnen onder de naam gist de smaakversterker E621 bevatten en zit er vaak maïs in verwerkt. Ik maak mijn bouillon zelf in mijn slowcooker. Deze maak ik van verse botten en staat 22 uur op. De gelatine (dril) uit de botten die vrijkomt door toevoeging van azijn is voeding voor je darmen. Hier worden je darmbacterien echt blij van.
- witte suiker: vermijd ik. Ik kies voor alternatieve zoetstoffen als, kokosbloesemsuiker, honing, gedroogde dadels, pruimen. Dit zijn allen zoetstoffen die je suikerspiegel niet verhogen en bevatten veel mineralen en vezels. Zo is honing en dadel een natuurlijk antibioticum omdat zij onstekingsremmende eigenschappen bevatten.
- maïs: vermijd ik. Ja, ook ik ben gek op popcorn! Helaas groeien slechte darmbacterien heel goed op maïs. In iedere darm bevind zich een candidaschimmel. In veel voorverpakte producten (zeker op het gebied van glutenvrij) zit maïs verwerkt, als je deze teveel binnenkrijgt raakt je darmflora uit balans wat ‘vage klachten’ in je lichaam kan veroorzaken. Als je ‘gezond’ bent is het niet erg om heel af en toe popcorn te eten.
- gezonde vetten, krijg ik binnen door in ghee (geklaarde boter), eendenvet of rundervet mijn vlees, vis of ei te bakken. Kokosvet gebruik ik bijvoorbeeld voor groenten en champignons (deze zijn beter te verteren als je ze in kokosvet bakt). Extra vierge olijfolie giet ik rijkelijk over mijn salade.
- rijst, pasta en aardappel vervang ik door bloemkoolrijst, courgette pasta of gestampte wortel, pompoen of sperziebonenpuree.
- voedingsmiddelen met een lage GI zorgen ervoor dat je suikerspiegel niet wordt verhoogt. GI staat voor glykemische index en geeft de snelheid weer waarmee je suikerspiegel stijgt. Ik kies voor producten met een lage GI zodat mijn energiepeil de gehele dag gelijk blijft en ik geen inzinkingen na mijn maaltijden ervaar.
- snoep, chocolade, gebak en koek vermijd ik. Ik maak alles zelf, zo weet je wat er in je product zit. In de supermarkt bevatten zelfs de ‘gezonde’ versies veel verborgen suikers. Helaas bevatten bijna alle producten die light zijn of geen suiker bevatten, vreemde stoffen die niet goed zijn voor ons lichaam en die onnodig onze hormonen in de war brengen. Kies voor chocolade die minimaal 70% cacao bevat, het liefst gezoet met kokosbloesemsuiker. Je trek is zo gestild 😉
- pastinaak, zoete aardappel, prei en aardpeer bevatten complexe suikers: als je last hebt van je darmen kan je deze beter vermijden. Het hoge suikergehalte kan ervoor zorgen dat je darmen moeite hebben deze te verteren. Het kan je een opgeblazen gevoel geven of winderigheid veroorzaken.
- rauwe melk, bevat veel goede voedingsstoffen. Je kan er bijvoorbeeld zelf yoghurt, zure room en kaas van maken. Het bevat probiotica en veel minder of geen lactose (de bacteriën eten de melksuikers, lactose op). Zo kunnen mensen met een lactose intolerantie voorzichtig proberen om rauwe kaas te introduceren zodat je darm op den duur de lactose wel kan verteren. Zuivelproducten uit de supermarkt bevatten zogenaamde ‘dode bacteriën’ en voegen niets toe aan je darmflora omdat deze gepasteuriseerd zijn. Als je bijvoorbeeld aan verse rauwe room kefir toevoegt heb je na een aantal dagen deze op kamertemperatuur te laten staan je eigen ‘zure room’ gemaakt. Deze bevat zoveel meer voedingsstoffen en probiotica dan een ‘gewone’ zure room uit de supermarkt.
- water drink ik voldoende, voor mijn lichaamsgewicht (52 kg) is dit ongeveer 1,5 liter. Ook kruidenthee, groentesappen en bouillon bevatten vocht, je zit dus snel aan 1,5 liter. Bovendien is soep een goede manier om groente binnen te krijgen. Kinderen krijgen op die manier toch hun portie vitamines en mineralen binnen.
- koffie vind ik echt lekker en drink ik 2x per dag, het verhoogt je vetverbranding.
Gezond eten betekent dus niet automatisch ‘ik eet biologisch dus gezond’. Veel biologische producten bevatten nog steeds vreemde toevoegingen die voor ons lichaam moeilijk te verteren zijn of ons systeem in de war brengen. Lees de etiketten goed en probeer zoveel mogelijk alles zelf te maken. In het begin is het lastig om alles zelf te maken maar als je eenmaal ‘puur’ eet smaken de kant en klaar maaltijden je echt niet meer.
Wees niet te streng voor jezelf. Als je net begint, kies dan voor 80% gezond en 20% ongezond. Al merk je snel wat 20% ongezond eten met je doet, mijn lichaam raakt erdoor van slag………Hoe puurder je lichaam wordt, hoe sneller je op voeding zal reageren, waardoor je sneller zal kiezen voor gezonde voeding.
Veel kook en bakplezier!